Lijst met woorden van 10 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van tien letters bevattend met E, L, 2P en 2Tappeltaart huppeltrut kleppetten ontkoppelt opsplitste palmpitten palpitatie palpiteert pilotenpet platspoten politiepet politietop potplanten potplantje pulsputten splitste␣op spoten␣plat stippeltje stippel␣uit stoppeltje tripelpunt twistappel uitstippel 30 definities gevonden- appeltaart — n. (Voeding) gebak gevuld met stukjes vruchten van de appelboom.
- huppeltrut — n. (Pejoratief) licht onnozel meisje.
- kleppetten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kleppet.
- ontkoppelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontkoppelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontkoppelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontkoppelen.
- opsplitste — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opsplitsen.
- palmpitten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord palmpit.
- palpitatie — n. (Medisch) klopping van het hart.
- palpiteert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van palpiteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van palpiteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van palpiteren.
- pilotenpet — n. (Kleding) hoofddeksel dat deel uitmaakt van het uniform van een piloot.
- platspoten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van platspuiten.
- politiepet — n. (Kleding) een plat hoofddeksel zoals gedragen door een politieagent.
- politietop — n. De leidinggevenden van een politieorganisatie.
- potplanten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord potplant.
- potplantje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord potplant.
- pulsputten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pulsput.
- splitste␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opsplitsen.
- spoten␣plat — w. Meervoud verleden tijd van platspuiten.
- stippeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord stippel.
- stippel␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstippelen. — w. Gebiedende wijs van uitstippelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstippelen.
- stoppeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord stoppel.
- tripelpunt — n. (Natuurkunde) een toestand waarbij een stof tegelijkertijd…
- twistappel — n. Iets waar mensen of groepen van mensen ruzie over hebben /… — n. De appel met het opschrift ’voor de mooiste’ die door Paris…
- uitstippel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstippelen.
Zie deze lijst voor:
|