|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van tien letters bevattend met E, L, 3T en Ubeitelt␣uit betaalt␣uit betuttelde betuttelen fruitteelt futiliteit letterhout lichtte␣uit loftuitten lootten␣uit ontfutselt ontluchtte pietlutten pietlutter pietluttig plantte␣uit stulpte␣uit stunteltje testvlucht uitbeitelt uitbetaalt uitlichtte uitlootten uitplantte uitstulpte 35 definities gevonden- beitelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbeitelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbeitelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbeitelen.
- betaalt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbetalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbetalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbetalen.
- betuttelde — w. Enkelvoud verleden tijd van betuttelen.
- betuttelen — w. Overgankelijk paternalistisch, bemoeizuchtig, vitterig behandelen.
- fruitteelt — n. De tak van tuinbouw die zich bezighoudt met het telen van fruit.
- futiliteit — n. Kleinigheid, iets onbelangrijks.
- letterhout — n. (Plantkunde) m Brosimum guianense een boomsoort die o.a. in Suriname groeit. — n. O de hardhoutsoort verkregen van 1).
- lichtte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitlichten.
- loftuitten — w. Meervoud verleden tijd van loftuiten.
- lootten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitloten.
- ontfutselt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontfutselen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontfutselen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontfutselen.
- ontluchtte — w. Enkelvoud verleden tijd van ontluchten.
- pietlutten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pietlut.
- pietlutter — n. Iemand die pietluttig doet.
- pietluttig — bijv. (Als) van een pietlut. — bijv. Klein, onbetekenend, onbenullig.
- plantte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitplanten.
- stulpte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitstulpen.
- stunteltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord stuntel.
- testvlucht — n. Een reis van een vliegtuig of ruimtevaartuig dat dient om te…
- uitbeitelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbeitelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbeitelen.
- uitbetaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbetalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbetalen.
- uitlichtte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitlichten.
- uitlootten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitloten.
- uitplantte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitplanten.
- uitstulpte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitstulpen.
Zie deze lijst voor:
| |