|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 20 woorden van elf letters bevattend met 2E, F, G, H en Sfokhengsten geloofsheld gerechtshof geschriften geschriftje grafheuvels groei␣scheef herfstdagen herfstdagje hoefslagjes hoofdgestel hoofdregels hoofdwegjes hoogfeesten phagwafeest scheefgroei scheefsloeg sloeg␣scheef suffigheden wegenschaaf 24 definities gevonden- fokhengsten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fokhengst.
- geloofsheld — n. Een organisatie die christelijke topsporters wil maken tot… — n. Iemand die in naam van het geloof grootse daden verricht.
- gerechtshof — n. (Juridisch) een rechterlijk college in Nederland. Normaliter…
- geschriften — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord geschrift.
- geschriftje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord geschrift.
- grafheuvels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord grafheuvel.
- groei␣scheef — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheefgroeien. — w. Gebiedende wijs van scheefgroeien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheefgroeien.
- herfstdagen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord herfstdag.
- herfstdagje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord herfstdag.
- hoefslagjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord hoefslag.
- hoofdgestel — n. (Bouwkunde) breed, horizontaal lijstwerk bestaande uit (van… — n. (Paardrijden) paardenhoofdstel.
- hoofdregels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hoofdregel.
- hoofdwegjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord hoofdweg.
- hoogfeesten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hoogfeest.
- phagwafeest — n. (Religie) hindoestaans lentefeest waarbij mensen gekleurd poeder…
- scheefgroei — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- scheefsloeg — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van scheefslaan.
- sloeg␣scheef — w. Enkelvoud verleden tijd van scheefslaan.
- suffigheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord suffigheid.
- wegenschaaf — n. Rijdend apparaat dat een onverhard wegdek vlak maakt.
Zie deze lijst voor:
| |