Lijst met woorden van 8 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van acht letters bevattend met 2E, I, T, U en Zeruitzie lezen␣uit rezen␣uit ruzietje tehuizen terugzei terugzie uitgezet uitlezen uitrezen uitwezen uitzeges uitzetje uitzette uitzweer uitzweet wezen␣uit zei␣terug zette␣uit zeurpiet zie␣eruit zie␣terug zweer␣uit zweet␣uit 35 definities gevonden- eruitzie — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eruitzien. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van eruitzien.
- lezen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitlezen.
- rezen␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitrijzen.
- ruzietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ruzie.
- tehuizen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tehuis.
- terugzei — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van terugzeggen.
- terugzie — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugzien. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van terugzien.
- uitgezet — w. Vormt de lijdende vorm.
- uitlezen — w. Overgankelijk lezen tot het verhaal afgelopen is. — w. Overgankelijk ergens digitale gegevens uithalen.
- uitrezen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitrijzen.
- uitwezen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitwijzen.
- uitzeges — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitzege.
- uitzetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uitzet.
- uitzette — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitzetten.
- uitzweer — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzweren.
- uitzweet — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzweten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzweten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzweten.
- wezen␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitwijzen.
- zei␣terug — w. Enkelvoud verleden tijd van terugzeggen.
- zette␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitzetten.
- zeurpiet — n. (Scheldwoord) iemand die zeurt.
- zie␣eruit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eruitzien. — w. Gebiedende wijs van eruitzien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eruitzien.
- zie␣terug — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugzien. — w. Gebiedende wijs van terugzien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugzien.
- zweer␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzweren. — w. Gebiedende wijs van uitzweren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzweren.
- zweet␣uit — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzweten#gebiedende wijs van uitzweten.
Zie deze lijst voor:
|