|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van negen letters bevattend met 2E, L, T, U en Zelzenhout geelzucht getreuzel houtvezel leegzuigt lezen␣stuk oppeuzelt peuzelt␣op puzzeltje stuklezen taalkeuze treuzelde treuzelen treuzelig uitlezend uitzeilde uitzeilen zeilde␣uit zeilen␣uit zelateurs zetduivel zitmeubel zoutvlees zuigt␣leeg 33 definities gevonden- elzenhout — n. Hout afkomstig van een els Alnus.
- geelzucht — n. Een gelige gelaatskleur hebben, gewoonlijk als gevolg van hepatitis.
- getreuzel — n. Het treuzelen, het langzaamaan doen.
- houtvezel — n. De voedingsstoffen voor een boom stromen door houtvezels omhoog.
- leegzuigt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegzuigen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegzuigen.
- lezen␣stuk — w. Meervoud tegenwoordige tijd van stuklezen.
- oppeuzelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppeuzelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppeuzelen.
- peuzelt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppeuzelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppeuzelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van oppeuzelen.
- puzzeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord puzzel.
- stuklezen — w. (Figuurlijk) iets heel vaak opnieuw lezen.
- taalkeuze — n. Het kiezen van de taal waarin men schrijft of spreekt.
- treuzelde — w. Enkelvoud verleden tijd van treuzelen.
- treuzelen — w. Langzaam lopen, langzaam aan doen. — w. Precies maar langzaam werken. — w. Aarzelen om iets te gaan doen.
- treuzelig — bijv. Op een langzame, trage, treuzelende manier.
- uitlezend — w. Onvoltooid deelwoord van uitlezen.
- uitzeilde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitzeilen.
- uitzeilen — w. Een zeilwedstrijd of zeiltocht tot het einde toe voltooien. — w. Iets zeilend verlaten.
- zeilde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitzeilen.
- zeilen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitzeilen.
- zelateurs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zelateur.
- zetduivel — n. Verondersteld duiveltje dat de schuld krijgt van toevallig…
- zitmeubel — n. Meubel dat gemaakt is om op te gaan zitten.
- zoutvlees — n. Surinaams gezouten rundvlees.
- zuigt␣leeg — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegzuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegzuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van leegzuigen.
Zie deze lijst voor:
| |