|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van negen letters bevattend met E, 2I, L, P en Ugluiperig impulsief insluipen insluiper kruipolie liepen␣uit milieutop oliespuit pleuritis pluizerig pluizerij pruilerig puilde␣uit puilen␣uit sliept␣uit sluipen␣in uitliepen uitpuilde uitpuilen uitsliept winkelpui 29 definities gevonden- gluiperig — bijv. Van een persoon dat hij heel stiekem is. — bijv. Op een bedekte, vriendelijke, onderdanige manier gemene dingen doen.
- impulsief — bijv. Zonder ergens van te voren bij stil te staan, spontaan handelend.
- insluipen — w. Onovergankelijk sluipend naar binnen gaan of komen. — w. (Figuurlijk) ongemerkt ontstaan.
- insluiper — n. Een ’inbreker’ die niets heeft hoeven te beschadigen om een…
- kruipolie — n. Een speciaal soort smeerolie van geringe viscositeit en oppervlaktespanning… — n. (Figuurlijk) iets of iemand dat zorgt dat alles soepel verloopt.
- liepen␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitlopen.
- milieutop — n. Belangrijke (internationale) bijeenkomst met als doel de leefomgeving…
- oliespuit — n. Een kan met een pijpje aan de tuit waarmee men olie kan aanbrengen…
- pleuritis — n. (Medisch) borstvliesontsteking.
- pluizerig — bijv. Dat het veel pluizen bevat. — bijv. Van haar dat het dun en droog is en daardoor alle kanten opspringt. — bijv. Stoffig, grijs en saai.
- pluizerij — n. Onderzoek, uitpluizerij.
- pruilerig — bijv. Op een manier die (meestal met mond of lippen) uiting geeft…
- puilde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitpuilen.
- puilen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitpuilen.
- sliept␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsliepen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsliepen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitsliepen.
- sluipen␣in — w. Meervoud tegenwoordige tijd van insluipen.
- uitliepen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitlopen.
- uitpuilde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitpuilen.
- uitpuilen — w. Bol naar buiten steken en zo zichtbaar worden.
- uitsliept — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsliepen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsliepen.
- winkelpui — n. De gevel van een winkel vaak met grote etalage ramen en een ruime ingang.
Zie deze lijst voor:
| |