|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van negen letters bevattend met E, I, L, 2P en Talpinopet getrippel lampenpit looppiste nippeltje palmpitje palpaties palpiteer pielepoot piepeltje piketpaal piketspel pimpeltje polyptiek populatie stippelde stippelen stoppelig suppletie tippelaar tippelden tippelend trippelde trippelen 35 definities gevonden- alpinopet — n. (Hoofddeksel) plat hoofddeksel dat lijkt op een kleine baret.
- getrippel — n. Aanhoudend je met snelle, kleine pasjes voortbewegen, zoals…
- lampenpit — n. Lont van een olie- of gaslamp.
- looppiste — n. Baan waarover je kunt hardlopen; wedstrijdbaan voor hardlopen.
- nippeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord nippel.
- palmpitje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord palmpit.
- palpaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord palpatie.
- palpiteer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van palpiteren. — w. Gebiedende wijs van palpiteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van palpiteren.
- pielepoot — n. Ooievaar. — n. (Pejoratief) (lhbt) homoseksueel.
- piepeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord piepel. — n. (Figuurlijk) sufferd. — n. (Figuurlijk) kleine dikdoener.
- piketpaal — n. Aangepunt houten paaltje of metalen buisje of staaf, vaak met…
- piketspel — n. (Spel) het kaartspel piket. — n. (Spel) stel kaarten voor dat spel.
- pimpeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pimpel.
- polyptiek — n. Een schilderij op paneel, dat uit meer dan drie delen bestaat.
- populatie — n. Bevolking. — n. (Statistiek) een groep personen of zaken die voor statistische… — n. (Biologie) een groep organismen van dezelfde soort die niet…
- stippelde — w. Enkelvoud verleden tijd van stippelen.
- stippelen — w. Overgankelijk van een reeks punten of vlekken voorzien.
- stoppelig — bijv. Met stoppels.
- suppletie — n. Aanvulling, toevoeging. — n. (Taalkunde) het verschijnsel dat er binnen hetzelfde vervoegings-…
- tippelaar — n. Iemand die met kleine pasjes loopt, geoefende wandelaar. — n. (Pregnant) (spreektaal) zwerver. — n. (Pregnant) (Bargoens) straatdief.
- tippelden — w. Meervoud verleden tijd van tippelen.
- tippelend — w. Onvoltooid deelwoord van tippelen.
- trippelde — w. Enkelvoud verleden tijd van trippelen.
- trippelen — w. Met veel, zeer kleine pasjes bewegen.
Zie deze lijst voor:
| |