|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 20 woorden van negen letters bevattend met E, I, 2O, T en Zbezitloos gerotzooi grootzeil hoogzitje mooizaten oogziekte oorziekte oostzijde rotzooide rotzooien stiefzoon uitzoomde uitzoomen waterzooi zaten␣mooi zeilvloot zieltoogt zithoogte zoomde␣uit zoomen␣uit 24 definities gevonden- bezitloos — bijv. Zonder bezit.
- gerotzooi — n. Onduidelijk rommelen, klooien en flikflooien.
- grootzeil — n. (Scheepvaart) in de klassieke zeilvaart de onderste, grootste… — n. (Scheepvaart) in de moderne zeilvaart het zeil bevestigd met…
- hoogzitje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hoogzit.
- mooizaten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van mooizitten.
- oogziekte — n. (Medisch) een aandoening van het oog.
- oorziekte — n. Een aandoening van het oor.
- oostzijde — n. De zijde die in het oosten ligt.
- rotzooide — w. Enkelvoud verleden tijd van rotzooien.
- rotzooien — w. Inergatief (pejoratief) ergens een grote rommel van maken.
- stiefzoon — n. Mannelijk kind uit een eerder huwelijk van de echtgenoot.
- uitzoomde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitzoomen.
- uitzoomen — w. Onovergankelijk wat je eerst zag kleiner maken, zodat er meer… — w. Onovergankelijk (figuurlijk) aandacht geven aan het grote geheel.
- waterzooi — n. (Voeding) een gerecht van vis of kip met aardappelen, groenten…
- zaten␣mooi — w. Meervoud verleden tijd van mooizitten.
- zeilvloot — n. (Scheepvaart) het geheel van zeilschepen waarover men beschikt.
- zieltoogt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zieltogen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zieltogen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van zieltogen.
- zithoogte — n. De afstand van de vloer tot zitting van een stoel of bank.
- zoomde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitzoomen.
- zoomen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitzoomen.
Zie deze lijst voor:
| |