Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 17 woorden van tien letters bevattend met 3E, I en 3Tdoet␣teniet emittenten entiteiten entiteitje etiketteer internette pipetteert stieten␣toe tenietdoet textieltje toestieten toiletteer tweezitten tweezitter uitetertje uitzweette zweette␣uit 26 definities gevonden- doet␣teniet — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tenietdoen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tenietdoen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van tenietdoen.
- emittenten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord emittent.
- entiteiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord entiteit.
- entiteitje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord entiteit.
- etiketteer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van etiketteren. — w. Gebiedende wijs van etiketteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van etiketteren.
- internette — w. Enkelvoud verleden tijd van internetten.
- pipetteert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pipetteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pipetteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van pipetteren.
- stieten␣toe — w. Meervoud verleden tijd van toestoten.
- tenietdoet — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tenietdoen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tenietdoen.
- textieltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord textiel.
- toestieten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van toestoten.
- toiletteer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toiletteren. — w. Gebiedende wijs van toiletteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toiletteren.
- tweezitten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tweezit.
- tweezitter — n. Voertuig geschikt voor twee personen.
- uitetertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uiteter.
- uitzweette — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitzweten.
- zweette␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitzweten.
Zie deze lijst voor:
|