|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van tien letters bevattend met E, G, I, J, K, L en Ogelijkloop gelijktrok genoeglijk gevoeglijk gewoonlijk gifwolkjes gijnblokje glorierijk knotwilgje kogelvisje krijgen␣los loogkuipje loop␣gelijk loskrijgen ogenblikje onheuglijk onmogelijk trok␣gelijk vergoelijk 25 definities gevonden- gelijkloop — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijklopen.
- gelijktrok — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van gelijktrekken.
- genoeglijk — bijv. Waarbij men plezier beleeft. — bijw. Op genoeglijke wijze.
- gevoeglijk — bijv. Passend, betamelijk, behoorlijk. — bijw. Zonder probleem, zonder dat je de waarheid geweld aandoet.
- gewoonlijk — bijw. Zoals de ervaring leert dat het meestal is.
- gifwolkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord gifwolk.
- gijnblokje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord gijnblok.
- glorierijk — bijv. Met heel veel eer, roem en luister.
- knotwilgje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord knotwilg.
- kogelvisje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kogelvis.
- krijgen␣los — w. Meervoud tegenwoordige tijd van loskrijgen.
- loogkuipje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord loogkuip.
- loop␣gelijk — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijklopen. — w. Gebiedende wijs van gelijklopen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijklopen.
- loskrijgen — w. Overgankelijk erin slagen een verbinding te verbreken.
- ogenblikje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ogenblik.
- onheuglijk — bijv. Zo lang gelden dat er geen herinneringen meer aan zijn.
- onmogelijk — bijv. Niet te verwezenlijken.
- trok␣gelijk — w. Enkelvoud verleden tijd van gelijktrekken.
- vergoelijk — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergoelijken. — w. Gebiedende wijs van vergoelijken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergoelijken.
| |