|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van elf letters bevattend met E, N, P, 2T en 2Upeuteren␣uit plundert␣uit punctuaties puntdeurtje puntmutatie puntmutsjes puntstukjes puntstukken rustpuntjes slurpten␣uit spruiten␣uit steunpunten steunpuntje stulpten␣uit stuurposten uitdoelpunt uitpeuteren uitplundert uitputtende uitslurpten uitspruiten uitspuitend uitstulpend uitstulpten 29 definities gevonden- peuteren␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitpeuteren.
- plundert␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitplunderen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitplunderen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitplunderen.
- punctuaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord punctuatie.
- puntdeurtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord puntdeur.
- puntmutatie — n. (Biologie) een mutatie waarbij één nucleotide in het DNA door… — n. (Biologie) een mutatie waarbij één nucleotide in het DNA ingevoegd…
- puntmutsjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord puntmuts.
- puntstukjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord puntstuk.
- puntstukken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord puntstuk.
- rustpuntjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord rustpunt.
- slurpten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitslurpen.
- spruiten␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitspruiten.
- steunpunten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord steunpunt.
- steunpuntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord steunpunt.
- stulpten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitstulpen.
- stuurposten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord stuurpost.
- uitdoelpunt — n. (Sport) doelpunt gescoord bij een uitwedstrijd.
- uitpeuteren — w. Met veel moeite iets met de vingers ergens uit halen.
- uitplundert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitplunderen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitplunderen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitplunderen.
- uitputtende — w. Verbogen vorm van uitputtend, het onvoltooid deelwoord van uitputten.
- uitslurpten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitslurpen.
- uitspruiten — w. Onovergankelijk als een spruit naar buiten, uit de grond komen.
- uitspuitend — w. Onvoltooid deelwoord van uitspuiten.
- uitstulpend — w. Onvoltooid deelwoord van uitstulpen.
- uitstulpten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitstulpen.
Zie deze lijst voor:
| |