|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van acht letters bevattend met E, I, L, S, 2T en UJulietts Juliett's laste␣uit leest␣uit luistert sleet␣uit smelt␣uit spelt␣uit stelt␣uit subtitel tuiltjes tuitfles uitlaste uitleest uitsleet uitsmelt uitspelt uitstelt 31 definities gevonden- Julietts — eig. Genitief van Juliett.
- Juliett's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Juliett.
- laste␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitlassen.
- leest␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlezen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlezen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitlezen.
- luistert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van luisteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van luisteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van luisteren.
- sleet␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitslijten.
- smelt␣uit — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsmelten#gebiedende wijs van uitsmelten.
- spelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitspellen.
- stelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitstellen.
- subtitel — n. Ondertitel.
- tuiltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tuil.
- tuitfles — n. Een hoge beker of fles met een deksel met een tuitje waaruit…
- uitlaste — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitlassen.
- uitleest — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlezen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlezen.
- uitsleet — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitslijten.
- uitsmelt — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsmelten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsmelten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsmelten.
- uitspelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspellen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspellen.
- uitstelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstellen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstellen.
Zie deze lijst voor:
| |