|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van negen letters bevattend met E, I, N, T, 2U en Wbouwen␣uit duwden␣uit houwen␣uit huwden␣uit jouwen␣uit kauwen␣uit luitouwen spuwen␣uit tuitouwen uitbouwen uitduwden uitduwend uithouwen uithuwden uithuwend uitjouwen uitkauwen uitspuwen uitvouwen uitwuiven vouwen␣uit winteruur wuiven␣uit 25 definities gevonden- bouwen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitbouwen.
- duwden␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitduwen.
- houwen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uithouwen.
- huwden␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uithuwen.
- jouwen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitjouwen.
- kauwen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitkauwen.
- luitouwen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord luitouw.
- spuwen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitspuwen.
- tuitouwen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tuitouw.
- uitbouwen — w. Een bestaand gebouw groter maken door er iets aan te bouwen. — w. (Figuurlijk) een organisatie of denkbeeld verder uitbreiden. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitbouw.
- uitduwden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitduwen.
- uitduwend — w. Onvoltooid deelwoord van uitduwen.
- uithouwen — w. Overgankelijk uit steen uithakken.
- uithuwden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uithuwen.
- uithuwend — w. Onvoltooid deelwoord van uithuwen.
- uitjouwen — w. Overgankelijk honend toeroepen.
- uitkauwen — w. Overgankelijk zolang kauwen tot de laatste substantie eruit is gehaald.
- uitspuwen — w. Overgankelijk door spuwen uit de mond verwijderen.
- uitvouwen — w. Overgankelijk openvouwen.
- uitwuiven — w. Iemand toezwaaien als afscheid.
- vouwen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitvouwen.
- winteruur — n. De standaardtijd / wintertijd / die in het najaar weer ingaat…
- wuiven␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitwuiven.
| |