|
Lijst met woorden van 3 letters bevattend met • Snelle modus Klik om een derde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van drie letters bevattend met F en Obof dof FOD fok Fon fop fox hof kof lof mof oef orf pof sof tof ufo vof 46 definities gevonden- bof — n. Geluk, mazzel. — n. (Medisch) infectieziekte waarbij men een dik hoofd krijgt. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boffen.
- dof — bijv. Zonder weerschijn, zonder glans (van oppervlakten). — bijv. Niet helder en met weinig hoge tonen (van geluiden), maar wel luid. — bijv. Lusteloos, futloos, mat, duf.
- FOD — n. (Initiaalwoord), (afkorting) de afkorting van Federale Overheidsdienst…
- fok — n. M; (scheepvaart) driehoekig zeil bevestigd aan de voorstag, het fokzeil. — n. M; (scheepvaart) het onderste razeil aan de fokkemast van vierkantgetuigde… — n. Het fokken, de teelt van dieren (geen meervoud).
- Fon — n. (Taal) Atlantische Congotaal gesproken door 1,7 miljoen mensen… — eig. Alleen meervoud inheems volk dat leeft in Benin.
- fop — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van foppen. — w. Gebiedende wijs van foppen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van foppen.
- fox — n. (Informeel) hond behorend tot een ras dat oorspronkelijk gekweekt… — n. (Dans) (informeel) eenvoudige ballroomdans op muziek in vierkwartsmaat. — n. (Straattaal) (verouderd) goud.
- hof — n. O: de uitgebreide huishouding van een vorstelijke, bijvoorbeeld… — n. O: (juridisch) een instelling waar recht gesproken wordt. — n. M: een stuk bebouwd land of tuin.
- kof — n. (Scheepvaart)(historisch) type zeilschip voor binnen- en kustvaart… — n. (Jiddisch-Hebreeuws) negentiende letter van het alfabet. — n. (Jiddisch-Hebreeuws) getal honderd.
- lof — n. Iemand of iets prijzen. — n. Korte vorm van de groente witlof. — n. Katholieke plechtigheid.
- mof — n. (Scheldwoord) scheldnaam voor een Duitser. — n. (Kleding) met bont gevoerde koker om de handen warm te houden. — n. (Kleding) (historisch) losse, wollen mouw, gebruikt als armbekleding.
- oef — tuss. Een uitroep die inspanning of vermoeidheid uitdrukt. — tuss. Een uitroep die opluchting uitdrukt.
- orf — n. (Diergeneeskunde) aandoening van huid en slijmvliezen van schapen… — n. (Medisch) huidziekte bij mensen die door contact met schapen… — w. (Schertsend) erfde, onvoltooid verleden tijd van erven, voor…
- pof — n. Bolstaande plooi in kledingstuk, inz. in mouw of korte broek. — n. Brok veengrond. — n. Doffe, zware slag; stoot.
- sof — n. (Jiddisch-Hebreeuws) (informeel) mislukking, tegenslag, teleurstelling… — n. (Jiddisch-Hebreeuws) 22ste, laatste letter van het alfabet…
- tof — bijv. (Jiddisch-Hebreeuws) goed, mooi, leuk, fijn. — bijv. (Informeel), (spreektaal) populair, gaaf, cool. — n. (Jiddisch-Hebreeuws) 22ste, laatste letter van het alfabet.
- ufo — n. Een vliegend voorwerp waarvan de identiteit niet bekend is. — n. Een buitenaards vliegend voorwerp.
- vof — n. (Juridisch) (economie) rechtsvorm voor een bedrijf met meerdere…
Zie deze lijst voor:
| |