|
Lijst met woorden van 6 letters bevattend met •• Snelle modus Klik om een vierde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 20 woorden van zes letters bevattend met F, N en Zafzend afzeng afzien afzijn afzink afzoen afzond afzonk fazant fezzen fnazel frezen zend␣af zeng␣af zien␣af ziften zink␣af zoen␣af zond␣af zonk␣af 35 definities gevonden- afzend — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzenden.
- afzeng — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzengen.
- afzien — w. Inergatief ~ van: besluiten iets niet te doen. — w. Inergatief lijden, ongemak doorstaan, o.a. in de sport. — w. Spieken, afkijken.
- afzijn — n. Het verwijderd zijn van andere mensen. — n. Het niet aanwezig zijn, bet niet beschikbaar zijn. — n. Het in een bepaalde toestand verkeren.
- afzink — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzinken.
- afzoen — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzoenen.
- afzond — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afzenden.
- afzonk — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afzinken.
- fazant — n. (Vogels) kleurrijke hoendervogel, Phasianus colchicus.
- fezzen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fez.
- fnazel — n. (Verouderd) vezel, spriet. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fnazelen. — w. Gebiedende wijs van fnazelen.
- frezen — w. Overgankelijk, (techniek) een verspanende bewerking uitvoeren… — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord frees.
- zend␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzenden. — w. Gebiedende wijs van afzenden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzenden.
- zeng␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzengen. — w. Gebiedende wijs van afzengen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzengen.
- zien␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afzien.
- ziften — w. Overgankelijk de grote van de kleine deeltjes scheiden met…
- zink␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzinken. — w. Gebiedende wijs van afzinken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzinken.
- zoen␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzoenen. — w. Gebiedende wijs van afzoenen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzoenen.
- zond␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afzenden.
- zonk␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afzinken.
Zie deze lijst voor:
| |