|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van elf letters bevattend met F, L, 2N, R en Tafdrentelen Delftenaren drentelen␣af erflatingen filantropen filteringen folteringen frontlieden frontlijnen frontlinies infiltraten infiltreren krentenslof neerploften nefrolieten ontrafelden ontrafelend ontrafeling plafonneert ploften␣neer tafelranden telefoneren turnsloefen turnsloffen verflensten 28 definities gevonden- afdrentelen — w. Langzaam, met onzekere pas naar beneden gaan.
- Delftenaren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Delftenaar.
- drentelen␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afdrentelen.
- erflatingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord erflating.
- filantropen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord filantroop.
- filteringen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord filtering.
- folteringen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord foltering.
- frontlieden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord frontman.
- frontlijnen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord frontlijn.
- frontlinies — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord frontlinie.
- infiltraten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord infiltraat.
- infiltreren — w. Ergatief (militair) langzaam of tersluiks binnendringen. — w. Overgankelijkdoorsijpelen, binnendringen.
- krentenslof — n. (Voeding) langwerpig krentenbrood.
- neerploften — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van neerploffen.
- nefrolieten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord nefroliet.
- ontrafelden — w. Meervoud verleden tijd van ontrafelen.
- ontrafelend — w. Onvoltooid deelwoord van ontrafelen.
- ontrafeling — n. Het oplossen van een raadsel; het oplossen van een mysterie.
- plafonneert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plafonneren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plafonneren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van plafonneren.
- ploften␣neer — w. Meervoud verleden tijd van neerploffen.
- tafelranden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tafelrand.
- telefoneren — w. Inergatief een telefoon gebruiken.
- turnsloefen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord turnsloef.
- turnsloffen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord turnslof.
- verflensten — w. Meervoud verleden tijd van verflensen.
Zie deze lijst voor:
| |