|
Lijst met woorden van 12 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van twaalf letters bevattend met F, I, L, N, R, S en Uafluisterden afluisterend dolfinariums dwarsfluiten filibusteren filmcensuren finfluencers fluisterde␣in fluisterende fluisteren␣in fluistertoon fruithandels fruitschalen funiculaires fusilleerden fusillerende influisterde influisteren liftmonteurs lijfspreuken luisterden␣af olijfneukers stijlfiguren trilfuncties tuinfluiters 27 definities gevonden- afluisterden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afluisteren.
- afluisterend — w. Onvoltooid deelwoord van afluisteren.
- dolfinariums — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dolfinarium.
- dwarsfluiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dwarsfluit.
- filibusteren — w. (Politiek) houden van een zeer lange redevoering om een door…
- filmcensuren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord filmcensuur.
- finfluencers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord finfluencer.
- fluisterde␣in — w. Enkelvoud verleden tijd van influisteren.
- fluisterende — w. Verbogen vorm van fluisterend, het onvoltooid deelwoord van fluisteren.
- fluisteren␣in — w. Meervoud tegenwoordige tijd van influisteren.
- fluistertoon — n. Het zachtjes praten.
- fruithandels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fruithandel.
- fruitschalen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fruitschaal.
- funiculaires — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord funiculaire.
- fusilleerden — w. Meervoud verleden tijd van fusilleren.
- fusillerende — w. Verbogen vorm van fusillerend, het onvoltooid deelwoord van fusilleren.
- influisterde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van influisteren.
- influisteren — w. Overgankelijk iemand heimelijk iets zeggen. — w. Overgankelijk iets met een geringe geluidssterkte in het oor zeggen. — w. Overgankelijk voorzeggen tijdens een toneel voorstelling, souffleren.
- liftmonteurs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord liftmonteur.
- lijfspreuken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord lijfspreuk.
- luisterden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afluisteren.
- olijfneukers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord olijfneuker.
- stijlfiguren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord stijlfiguur.
- trilfuncties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord trilfunctie.
- tuinfluiters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tuinfluiter.
Zie deze lijst voor:
| |