|
Lijst met woorden van 3 letters bevattend met • Snelle modus Klik om een derde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van drie letters bevattend met G en Ibig dig gei gif gig gij gil Gil gin gis Gis Gis+ Gis- git /Gwi -ing lig MiG tig -tig wig 35 definities gevonden- big — n. (Veeteelt) (evenhoevigen) een jong van het varken.
- dig — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van diggen. — w. Gebiedende wijs van diggen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van diggen.
- gei — n. (Scheepvaart) een lopend touw waarmee men een zeil bijeenhaalt… — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geien. — w. Gebiedende wijs van geien.
- gif — n. Een substantie die in kleine hoeveelheden schadelijk of dodelijk is. — n. (Informatica) een bepaald bestandstype waarmee plaatjes worden vastgelegd.
- gig — n. Lange, smalle roeiboot, waarin de roeiers alleen achter elkaar… — n. (Historisch) kleine open wagen met twee wielen getrokken door één paard. — n. Optreden van jazz- of popmuzikanten.
- gij — voorn. Tweede persoon enkelvoud- en meervoud. In België dagelijks…
- gil — n. Een harde schelle ongearticuleerde uitroep. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gillen. — w. Gebiedende wijs van gillen.
- Gil — eig. (Mannelijke naam) jongensnaam.
- gin — n. (Drinken) soort (Britse) jenever.
- gis — bijv. (Jiddisch-Hebreeuws) slim. — n. (Muziek) een halve toon verhoogde toon "g". — n. (Muziek) de grondtoon (tonica) van de “gis-mineurtoonladder”…
- Gis — n. (Muziek), (afkorting) afkorting van “Gis-majeur”. — sym. (Muziek) symbool van het “Gis-majeurakkoord”.
- Gis+ — sym. (Muziek) aanduiding van het “Gis-overmatigmajeurakkoord”.
- Gis- — sym. (Muziek) aanduiding van het “gis-verminderdmineurakkoord”.
- git — n. Een bepaalde zwarte delfstof.
- /Gwi — n. (Taal) een taal gesproken door 800 mensen in Botswana, één…
- -ing — Vormt een zelfstandig naamwoord van handeling van een werkwoord.
- lig — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van liggen. — w. Gebiedende wijs van liggen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van liggen.
- MiG — n. (Militair) benaming voor Russische jachtvliegtuigen.
- tig — num. (Informeel) groot aantal, in de ogen van de spreker meer dan toereikend.
- -tig — Levert onbepaalde telwoorden.
- wig — n. (Gereedschap) een metalen of houten blok, met twee schuine…
Zie deze lijst voor:
| |