|
Lijst met woorden van 6 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van zes letters bevattend met G, I, J en Rafrijg gerijm gesjir gevrij grijns grijnt grijpt grijst gripje hijger inrijg jarige Jarigs krijgt lijger rijdag rijg␣af rijgen rijg␣in rijweg rij␣weg rijzig tijger wegrij 44 definities gevonden- afrijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrijgen.
- gerijm — n. Het aanhoudend slechte gedichten maken die weinig kunstwaarde hebben.
- gesjir — n. (Jiddisch-Hebreeuws) vaatwerk.
- gevrij — n. Vertrouwelijke omgang van gelieven.
- grijns — n. Een vertrekking van het gelaat die boosaardigheid of leedvermaak verraadt. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijnzen. — w. Gebiedende wijs van grijnzen.
- grijnt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijnen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijnen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van grijnen.
- grijpt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijpen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijpen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van grijpen.
- grijst — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijzen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijzen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van grijzen.
- gripje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord grip.
- hijger — n. Iemand die hijgt. — n. Man die anoniem vrouwen belt (of vice versa) om zich n.a.v…
- inrijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inrijgen.
- jarige — n. Iemand die jarig is. — n. Iemand die een bepaalde leeftijd heeft.
- Jarigs — eig. Genitief van Jarig.
- krijgt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van krijgen.
- lijger — n. (Dierkunde) hybride kruising tussen een mannetjesleeuw en een…
- rijdag — n. Dag dat men rijdt.
- rijg␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrijgen. — w. Gebiedende wijs van afrijgen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrijgen.
- rijgen — w. Overgankelijk met een naald een draad ergens doorvoeren.
- rijg␣in — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inrijgen. — w. Gebiedende wijs van inrijgen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inrijgen.
- rijweg — n. (Verkeer) een weg die bestemd is om bereden te worden.
- rij␣weg — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegrijden. — w. Gebiedende wijs van wegrijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegrijden.
- rijzig — bijv. Zo groot dat hij/het boven de omgeving uitsteekt.
- tijger — n. (Roofdieren) bepaald soort zoogdier, Panthera tigris , een… — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tijgeren. — w. Gebiedende wijs van tijgeren.
- wegrij — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegrijden.
Zie deze lijst voor:
| |