|
Lijst met woorden van 6 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van zes letters bevattend met G, I, P en Sgaspit geskip gespin gipsen gips␣in gipste gipsy's gispen gispte gluips gossip ingips pangi's pingo's pisang pissig potsig sappig sompig soppig spring 31 definities gevonden- gaspit — n. Een gasbrander waarop men kan koken; deel van een gasfornuis.
- geskip — n. Het aanhoudend zaken overslaan.
- gespin — n. Het voortdurend een zacht snorrend geluid gemaakt door een tevreden poes.
- gipsen — w. Overgankelijk met gips bestrijken, bestrooien of behandelen. — bijv. Van gips vervaardigd. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gips.
- gips␣in — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ingipsen. — w. Gebiedende wijs van ingipsen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ingipsen.
- gipste — w. Enkelvoud verleden tijd van gipsen.
- gipsy's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gipsy.
- gispen — w. Overgankelijk (verouderd) iemand met een gisp, een dunne roede… — w. Inergatief overdrachtelijk iemand scherp bekritiseren, fel…
- gispte — w. Enkelvoud verleden tijd van gispen.
- gluips — bijv. Op een stiekeme, oneerlijke manier.
- gossip — n. Menselijke activiteit waarbij over iemand wordt gesproken -…
- ingips — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ingipsen.
- pangi's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pangi.
- pingo's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pingo.
- pisang — n. V/m:banaan. — n. M:vreemd persoon. — n. M:slachtoffer.
- pissig — bijv. (Pejoratief) in een slechte, verstoorde gemoedstoestand.
- potsig — bijv. Grappig, potsierlijk.
- sappig — bijv. Vol met sap. — bijv. Overdrachtelijk vol opwindende details.
- sompig — bijv. Heel vochtig en drassig waardoor je er diep in weg zakt…
- soppig — bijv. Heel vochtig en drassig.
- spring — n. Springtij, springvloed. — n. Tros die wordt uitgebracht in een richting tegen die van een… — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van springen.
Zie deze lijst voor:
| |