Lijst met woorden van 6 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 14 woorden van zes letters bevattend met G, M, O en Tbomgat gaat␣om gom␣uit legt␣om ligt␣om magots Margot mottig omgaat omlegt omligt omzegt uitgom zegt␣om 33 definities gevonden- bomgat — n. Galmgat van een klokkentoren waardoor het geluid van de klokken… — n. Gat ontstaan door een bominslag. — n. Gat waardoor men een ton kan ledigen.
- gaat␣om — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omgaan. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omgaan. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omgaan.
- gom␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgommen. — w. Gebiedende wijs van uitgommen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgommen.
- legt␣om — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omleggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omleggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omleggen.
- ligt␣om — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omliggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omliggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omliggen.
- magots — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord magot.
- Margot — eig. (Vrouwelijke naam) meisjesnaam.
- mottig — bijv. Door de mot aangevreten waardoor er in kleding allemaal… — bijv. (België) heel lelijk.
- omgaat — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omgaan. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omgaan. — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omgaan.
- omlegt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omleggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omleggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omleggen.
- omligt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omliggen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omliggen.
- omzegt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzeggen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzeggen.
- uitgom — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgommen.
- zegt␣om — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzeggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzeggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omzeggen.
Zie deze lijst voor:
|