|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van zeven letters bevattend met G, I, J en Ugejuich glij␣uit gruisje guitjes hijg␣uit huigjes jaag␣uit jeugdig joeg␣uit judogi's julidag jumping junidag nijlgau rijtuig rugpijn tuigjes uitglij uithijg uitjaag uitjoeg 29 definities gevonden- gejuich — n. Het aanhoudend juichen.
- glij␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitglijden. — w. Gebiedende wijs van uitglijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitglijden.
- gruisje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord gruis.
- guitjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord guit.
- hijg␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithijgen. — w. Gebiedende wijs van uithijgen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithijgen.
- huigjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord huig.
- jaag␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitjagen. — w. Gebiedende wijs van uitjagen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitjagen.
- jeugdig — bijv. Jong, fris, onbevangen.
- joeg␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitjagen.
- judogi's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord judogi.
- julidag — n. Dag in de zevende maand van het jaar.
- jumping — n. (Sport) (paardrijden) wedstrijd waarbij ruiters zo snel mogelijk…
- junidag — n. Een dag in de zesde maand van het jaar.
- nijlgau — n. (Evenhoevigen) Boselaphus tragocamelus is een grote antilope…
- rijtuig — n. (Verkeer) wagen die door een of meer paarden getrokken wordt. — n. (Verkeer) een van de wagens van trein of tram, treinwagon, tramwagon. — n. In meer algemene zin elk tuig waarmee kan worden gereden.
- rugpijn — n. Pijn in de rug.
- tuigjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tuig.
- uitglij — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitglijden.
- uithijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithijgen.
- uitjaag — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitjagen.
- uitjoeg — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitjagen.
Zie deze lijst voor:
| |