|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van negen letters bevattend met G, N, P, S en Ubespugend drugspand glaspuien gluipsnor grenspunt nutsgroep opstuwing pangasius plongeurs sluipgang spogen␣uit spring␣uit springuur sprong␣uit spugen␣uit spuigaten tegenpaus uitspogen uitspring uitsprong uitspugen 25 definities gevonden- bespugend — w. Onvoltooid deelwoord van bespugen.
- drugspand — n. Gebouw waar in drugs gehandeld wordt.
- glaspuien — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord glaspui.
- gluipsnor — n. (Scheldwoord) gluiperd.
- grenspunt — n. Een punt aan de grens.
- nutsgroep — n. Organisatie bestaande uit een aantal nutsbedrijven (gas-, elektriciteit-…
- opstuwing — n. Het naar boven en naar voren gedrukt worden of zijn.
- pangasius — n. (Vissen) (voeding) een geslacht van straalvinnige vissen uit…
- plongeurs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plongeur.
- sluipgang — n. Een stille, verborgen manier van voortbewegen.
- spogen␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitspugen.
- spring␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspringen. — w. Gebiedende wijs van uitspringen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspringen.
- springuur — n. Een vrij uur tussen twee andere lesuren (van een leerkracht, of een student).
- sprong␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitspringen.
- spugen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitspugen.
- spuigaten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spuigat.
- tegenpaus — n. Iemand die de pauselijke titel opeist zonder door het Vaticaan… — n. (Figuurlijk) iemand die het leiderschap opeist terwijl er al een leider is.
- uitspogen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitspugen.
- uitspring — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspringen.
- uitsprong — n. (Bouwkunde) uitspringend gedeelte (lijst) bijv. op een gevel. — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitspringen.
- uitspugen — w. Iets met kracht uit je mond laten gaan zonder je handen te gebruiken.
Zie deze lijst voor:
| |