|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van elf letters bevattend met G, H, N, S, T en Uafschutting beschutting brengt␣thuis buslichting eugenetisch geschilpunt granaathuls hangpuntjes hangstukjes hangstukken huisgenoten huisgenotes huisvesting lustigheden scheghouten scheuteling schutsengel schuttingen steurharing tandheugels thuisbrengt 25 definities gevonden- afschutting — n. Wand die men gebruikt om twee ruimtes van elkaar te scheiden.
- beschutting — n. De bescherming.
- brengt␣thuis — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisbrengen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisbrengen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van thuisbrengen.
- buslichting — n. Leegmaken van de openbare brievenbus door het postbedrijf.
- eugenetisch — bijv. Betrekking hebbend op de eugenetica.
- geschilpunt — n. Punt waarover onenigheid bestaat.
- granaathuls — n. (Militair) holle buis die gevuld is met een explosief of ander strijdmiddel.
- hangpuntjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord hangpunt.
- hangstukjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord hangstuk.
- hangstukken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hangstuk.
- huisgenoten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord huisgenoot.
- huisgenotes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord huisgenote.
- huisvesting — n. Het huisvesten van iemand. — n. Het onderkomen dat iemand al of niet vindt.
- lustigheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord lustigheid.
- scheghouten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord scheghout.
- scheuteling — n. (Veeteelt) jong varken dat geen moedermelk meer drinkt.
- schutsengel — n. (Religie) vermeend hemels wezen dat iets of iemand beschermt.
- schuttingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schutting.
- steurharing — n. (Voeding) (vissen) ongekaakte gezouten haring.
- tandheugels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tandheugel.
- thuisbrengt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisbrengen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisbrengen.
Zie deze lijst voor:
| |