|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 17 woorden van acht letters bevattend met G, 2I, 2T en Ubuigt␣uit giert␣uit gooit␣uit hijgt␣uit stijg␣uit stuiting tuitelig uitbuigt uitgiert uitgifte uitgooit uithijgt uitstijg uitzingt uitzuigt zingt␣uit zuigt␣uit 38 definities gevonden- buigt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbuigen.
- giert␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgieren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgieren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitgieren.
- gooit␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgooien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgooien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitgooien.
- hijgt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uithijgen.
- stijg␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstijgen. — w. Gebiedende wijs van uitstijgen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstijgen.
- stuiting — n. (Financieel) (juridisch) schrijven dat er voor zorgt dat een…
- tuitelig — bijv. Onzeker.
- uitbuigt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbuigen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbuigen.
- uitgiert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgieren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgieren.
- uitgifte — n. Het uitgeven, op de markt brengen. — n. Officieel afschrift.
- uitgooit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgooien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgooien.
- uithijgt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithijgen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithijgen.
- uitstijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstijgen.
- uitzingt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzingen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzingen.
- uitzuigt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzuigen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzuigen.
- zingt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzingen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzingen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzingen.
- zuigt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzuigen.
Zie deze lijst voor:
| |