|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 14 woorden van acht letters bevattend met G, I, 2O, R en Vging␣voor groei␣vol hing␣voor lieg␣voor ligt␣voor vergooit viroloog volgroei voorging voorhing voorlieg voorligt voorzing zing␣voor 27 definities gevonden- ging␣voor — w. Enkelvoud verleden tijd van voorgaan.
- groei␣vol — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volgroeien. — w. Gebiedende wijs van volgroeien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volgroeien.
- hing␣voor — w. Enkelvoud verleden tijd van voorhangen.
- lieg␣voor — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorliegen. — w. Gebiedende wijs van voorliegen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorliegen.
- ligt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorliggen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorliggen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorliggen.
- vergooit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergooien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergooien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vergooien.
- viroloog — n. (Beroep) deskundige op het gebied van virussen en virusziekten.
- volgroei — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volgroeien. — w. Gebiedende wijs van volgroeien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volgroeien.
- voorging — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorgaan.
- voorhing — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorhangen.
- voorlieg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorliegen.
- voorligt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorliggen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorliggen.
- voorzing — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzingen.
- zing␣voor — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzingen. — w. Gebiedende wijs van voorzingen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzingen.
Zie deze lijst voor:
| |