|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 20 woorden van elf letters bevattend met H, O, 2P, S en Tchoppertjes composthoop fotoshoppen houtkappers houtsnippen houtsnipper onestopshop opscheepten petaohmpjes pophistorie proleptisch psychopaten psychotroop scheepten␣op schoppentje schoppen␣uit schoppertje shoppertjes stoppelhaar uitschoppen 22 definities gevonden- choppertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord chopper.
- composthoop — n. Hoop verzameld organisch afval dat gecomposteerd wordt door…
- fotoshoppen — w. Overgankelijk bewerken van foto’s en ander digitaal beeldmateriaal…
- houtkappers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord houtkapper.
- houtsnippen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord houtsnip.
- houtsnipper — n. Een klein, plat hout dat ontstaat als snoeihout met een hakselaar…
- onestopshop — n. (Economie) winkel / bedrijf waar een klant in een keer alles…
- opscheepten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opschepen.
- petaohmpjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord petaohm.
- pophistorie — n. Geschiedenis van de popmuziek.
- proleptisch — bijv. Van de aard of op de manier van prolepsis.
- psychopaten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord psychopaat.
- psychotroop — bijv. (Medisch) wat de geest beïnvloedt.
- scheepten␣op — w. Meervoud verleden tijd van opschepen.
- schoppentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schoppen.
- schoppen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitschoppen.
- schoppertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schopper.
- shoppertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord shopper.
- stoppelhaar — n. Een kort afgeknipt haartje. — n. Kapsel van kort, rechtopstaand, stekelig haar.
- uitschoppen — w. Met een schoppende beweging de schoenen uittrekken. — w. Met kracht ergens uit verwijderen.
Zie deze lijst voor:
| |