|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 17 woorden van elf letters bevattend met H, I, N, R, 2T en Ubrachten␣uit brengt␣thuis countryhits heruitzendt pitvruchten puntdichter richtpunten richtpuntje richtten␣uit stinkvrucht sturen␣thuis thuisbrengt uitbrachten uitrichtend uitrichting uitrichtten zendt␣heruit 23 definities gevonden- brachten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitbrengen.
- brengt␣thuis — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisbrengen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisbrengen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van thuisbrengen.
- countryhits — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord countryhit.
- heruitzendt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heruitzenden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heruitzenden.
- pitvruchten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pitvrucht.
- puntdichter — n. Iemand die puntdichten maakt.
- richtpunten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord richtpunt.
- richtpuntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord richtpunt.
- richtten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitrichten.
- stinkvrucht — n. (Fruit) Durio zibethinus De eivormige of afgeronde vrucht is…
- sturen␣thuis — w. Meervoud tegenwoordige tijd van thuissturen.
- thuisbrengt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisbrengen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuisbrengen.
- uitbrachten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitbrengen.
- uitrichtend — w. Onvoltooid deelwoord van uitrichten.
- uitrichting — n. (Natuurkunde) onderdelen van een instrument in de optimale positie plaatsen.
- uitrichtten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitrichten.
- zendt␣heruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heruitzenden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heruitzenden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van heruitzenden.
Zie deze lijst voor:
| |