|
Lijst met woorden van 4 letters bevattend met •• Snelle modus Klik om een vierde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 17 woorden van vier letters bevattend met I, K en Ubuik duik fuik huik kiut kiyu krui kuif kuil kuip kuis kuit luik Luik muik puik ruik 42 definities gevonden- buik — n. (Anatomie) het onderste deel van de voorkant van de romp van… — n. (Natuurkunde) plaats waar een golf- of trillingsbeweging de…
- duik — n. Een sprong waarbij men zich -meest ondersteboven- onder water begeeft. — n. Het zich in water onderdompelen. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van duiken.
- fuik — n. Een langwerpig, korfvormig visnet dat in een punt toelopend is. — n. (Figuurlijk) een val.
- huik — n. (Verouderd), (kleding) een lange mouwloze mantel met kap, gedragen… — n. (Scheepvaart) een regenvast dekkleed dat over een zeil gedaan wordt. — n. (Verouderd) hurk.
- kiut — bijv. Schattig, beeldig.
- kiyu — n. Een van de graden bij judo.
- krui — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kruien. — w. Gebiedende wijs van kruien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kruien.
- kuif — n. Opstaande haarlok op het hoofd. — n. Hoofdhaar. — n. Opstaand verenkleed op de kop van een vogel.
- kuil — n. Een uitholling in de grond, een gegraven gat. — n. Een zakvormig visnet. — n. Het achterste deel van een sleepnet.
- kuip — n. (Techniek), (materiaalkunde) wijd, houten, metalen of plastic vat. — n. Door de verwante vorm een voetbalstadion. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kuipen.
- kuis — n. Jonge koe (jonger dan negen maanden). — bijv. (Seksualiteit) seksueel ingetogen. — bijv. (Vlaams) rein, schoon, zindelijk, zuiver.
- kuit — n. (Anatomie) achterzijde van het been tussen knie en enkel. — n. (Biologie) visseneitjes. — n. (Drinken) een bepaald soort bier gebrouwen van tarwe, haver en gerst.
- luik — n. Openklappend vlak, klapdeur. — n. (Scheepvaart) afdekking van een scheepsruim. — n. Openklappende plank die een raam afdekt en beschermt.
- Luik — eig. (Toponiem) een provinciehoofdstad in België. — eig. (Toponiem: provincie) een Belgische provincie.
- muik — n. Meuk. — n. Sluipmoord. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van muiken.
- puik — bijv. Uitstekend, uitmuntend.
- ruik — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ruiken. — w. Gebiedende wijs van ruiken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ruiken.
Zie deze lijst voor:
| |