|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van zeven letters bevattend met I, L en 2Ublus␣uit buurlui clublui fluïdum huilbui huil␣uit luid␣uit luitouw oudelui ouwelui puil␣uit ruil␣uit thulium tuinlui uitblus uitduel uithuil uitluid uitpuil uitruil uitvult uvulair vult␣uit 42 definities gevonden- blus␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblussen. — w. Gebiedende wijs van uitblussen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblussen.
- buurlui — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord buurman.
- clublui — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord clubman.
- fluïdum — n. Magnetische uitstraling. — n. (Natuurkunde) gas, vloeistof, plasma, en tot op zekere hoogte… — n. Vloeibare make-up.
- huilbui — n. Een plotselinge, aanval van aanhoudend gehuil.
- huil␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithuilen. — w. Gebiedende wijs van uithuilen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithuilen.
- luid␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitluiden. — w. Gebiedende wijs van uitluiden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitluiden.
- luitouw — n. Touw waarmee men klokken luidt. — n. Touw waaraan in molens zakken worden opgehesen of waarmee een…
- oudelui — n. Oudere mensen. — n. Pa en ma, vader en moeder.
- ouwelui — n. De ouders van iemand.
- puil␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpuilen. — w. Gebiedende wijs van uitpuilen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpuilen.
- ruil␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitruilen. — w. Gebiedende wijs van uitruilen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitruilen.
- thulium — n. (Scheikunde), (element) scheikundig element met symbool Tm…
- tuinlui — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tuinman.
- uitblus — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblussen.
- uitduel — n. (Sport) wedstrijd die men op het terrein van de tegenstander speelt.
- uithuil — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithuilen.
- uitluid — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitluiden.
- uitpuil — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpuilen.
- uitruil — n. Het ruilen van iets wat men eigenlijk niet wenst kwijt te raken… — n. Bij verzekeringen dat men kan kiezen voor een eerder ingaand… — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitruilen.
- uitvult — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvullen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvullen.
- uvulair — bijv. (Biologie) bij, met de huig.
- vult␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvullen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvullen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitvullen.
Zie deze lijst voor:
| |