Lijst met woorden van 7 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 12 woorden van zeven letters bevattend met I, O, T en 2Ubouw␣uit houd␣uit houw␣uit jouw␣uit luitouw tuitouw uitbouw uithoud uithouw uitjouw uitvouw vouw␣uit 26 definities gevonden- bouw␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbouwen. — w. Gebiedende wijs van uitbouwen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbouwen.
- houd␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithouden. — w. Gebiedende wijs van uithouden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithouden.
- houw␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithouwen. — w. Gebiedende wijs van uithouwen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithouwen.
- jouw␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitjouwen. — w. Gebiedende wijs van uitjouwen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitjouwen.
- luitouw — n. Touw waarmee men klokken luidt. — n. Touw waaraan in molens zakken worden opgehesen of waarmee een…
- tuitouw — n. (Scheepvaart) touw dat men gebruikt voor het boeganker. — n. (Molenaarsambacht) touw waarmee men de wieken van vastzetten.
- uitbouw — n. Activiteiten om een gebouw groter te maken. — n. (Bouwkunde) uitspringende deel van een gebouw. — n. (Figuurlijk) ontwikkeling gericht op uitbreiding.
- uithoud — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithouden.
- uithouw — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithouwen.
- uitjouw — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitjouwen.
- uitvouw — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvouwen.
- vouw␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvouwen. — w. Gebiedende wijs van uitvouwen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvouwen.
Zie deze lijst voor:
|