|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 17 woorden van acht letters bevattend met 2I, L, P en UFilippus Filippus' gijlkuip insluipt peilbuis pluis␣uit pruillip pugilist puilt␣uit sliepuit sliep␣uit slijp␣uit sluipt␣in uitpluis uitpuilt uitsliep uitslijp 30 definities gevonden- Filippus — eig. (Mannelijke naam).
- Filippus' — eig. Genitief van Filippus.
- gijlkuip — n. Bij het bierbrouwen: bak waarin men het brouwsel uit de koelbak…
- insluipt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluipen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluipen.
- peilbuis — n. (Bouwkunde) buis waarmee men de grondwaterstand meet of waarin…
- pluis␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen. — w. Gebiedende wijs van uitpluizen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen.
- pruillip — n. Een naar buiten gedraaide onderlip als teken van ontevredenheid…
- pugilist — n. (Beroep) bokser.
- puilt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpuilen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpuilen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitpuilen.
- sliepuit — tuss. Uitdrukking, gebruikt om met iemand te spotten of te plagen.
- sliep␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitslapen. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsliepen. — w. Gebiedende wijs van uitsliepen.
- slijp␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslijpen. — w. Gebiedende wijs van uitslijpen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslijpen.
- sluipt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluipen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van insluipen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van insluipen.
- uitpluis — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen.
- uitpuilt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpuilen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpuilen.
- uitsliep — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitslapen. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsliepen.
- uitslijp — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslijpen.
Zie deze lijst voor:
| |