|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van acht letters bevattend met 2I, T, U en Zeruitzie kuitziek thuiszit uitzaait uitzeilt uitzicht uitziekt uitziend uitzingt uitzuigt uitzwaai zaait␣uit zeilt␣uit zie␣eruit ziekt␣uit zingt␣uit zit␣thuis zuigt␣uit zwaai␣uit 45 definities gevonden- eruitzie — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eruitzien. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van eruitzien.
- kuitziek — bijv. (Visserij) (van vrouwelijke vissen) in de periode dat de…
- thuiszit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuiszitten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuiszitten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuiszitten.
- uitzaait — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzaaien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzaaien.
- uitzeilt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzeilen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzeilen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzeilen.
- uitzicht — n. Wat men van de omgeving vanaf een bepaalde plek kan zien. — n. Verwachting, iets waar men naar kan uitzien.
- uitziekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzieken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzieken.
- uitziend — w. Onvoltooid deelwoord van uitzien. — bijv. Een aanblik hebbend.
- uitzingt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzingen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzingen.
- uitzuigt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzuigen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzuigen.
- uitzwaai — n. Zwaai naar buiten. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwaaien.
- zaait␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzaaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzaaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzaaien.
- zeilt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzeilen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzeilen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzeilen.
- zie␣eruit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eruitzien. — w. Gebiedende wijs van eruitzien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eruitzien.
- ziekt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzieken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzieken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzieken.
- zingt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzingen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzingen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzingen.
- zit␣thuis — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van thuiszitten#gebiedende wijs…
- zuigt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzuigen.
- zwaai␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwaaien. — w. Gebiedende wijs van uitzwaaien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwaaien.
Zie deze lijst voor:
| |