|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van negen letters bevattend met 2I, P, 2T en Udiepte␣uit druipt␣uit imputatie knijpt␣uit knipte␣uit pikten␣uit pluist␣uit sliept␣uit slijpt␣uit spitte␣uit splits␣uit spruit␣uit uitdiepte uitdruipt uitknijpt uitknipte uitpikten uitpluist uitsliept uitslijpt uitspitte uitsplits uitspruit uitwipten wipten␣uit 44 definities gevonden- diepte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitdiepen.
- druipt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdruipen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdruipen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdruipen.
- imputatie — n. (Formeel) aantijging, beschuldiging, telastlegging, aanwrijving…
- knijpt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitknijpen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitknijpen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitknijpen.
- knipte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitknippen.
- pikten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitpikken.
- pluist␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitpluizen.
- sliept␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsliepen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsliepen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitsliepen.
- slijpt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslijpen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslijpen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitslijpen.
- spitte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitspitten.
- splits␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsplitsen. — w. Gebiedende wijs van uitsplitsen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsplitsen.
- spruit␣uit — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspruiten#gebiedende wijs…
- uitdiepte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitdiepen.
- uitdruipt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdruipen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdruipen.
- uitknijpt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitknijpen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitknijpen.
- uitknipte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitknippen.
- uitpikten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitpikken.
- uitpluist — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen.
- uitsliept — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsliepen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsliepen.
- uitslijpt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslijpen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslijpen.
- uitspitte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitspitten.
- uitsplits — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsplitsen.
- uitspruit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspruiten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspruiten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspruiten.
- uitwipten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitwippen.
- wipten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitwippen.
Zie deze lijst voor:
| |