|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van negen letters bevattend met 2I, 2T en 2Ubuikte␣uit buiten␣uit buitte␣uit druipt␣uit fruittuin instituut Inuktitut kuiste␣uit pluist␣uit spruit␣uit uitbuikte uitbuiten uitbuiter uitbuitte uitdruipt uitkuiste uitpluist uitspruit 28 definities gevonden- buikte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitbuiken.
- buiten␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitbuiten.
- buitte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitbuiten.
- druipt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdruipen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdruipen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdruipen.
- fruittuin — n. (Landbouw) een stuk land waarop de fruitteler fruit teelt.
- instituut — n. (Maatschappij) instelling [1] voor onderzoek, onderwijs, verpleging e.d.
- Inuktitut — n. (Taal) taal gesproken door 14 000 mensen in Canada. — n. (Taal) taal gesproken door 54 800 mensen in Groenland en Denemarken. — n. (Taal) taal gesproken door 4 000 mensen in Canada.
- kuiste␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitkuisen.
- pluist␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitpluizen.
- spruit␣uit — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspruiten#gebiedende wijs…
- uitbuikte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitbuiken.
- uitbuiten — w. Overgankelijk op nietsonziende wijze zijn voordeel doen van…
- uitbuiter — n. Iemand die misbruik maakt van iemand.
- uitbuitte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitbuiten.
- uitdruipt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdruipen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdruipen.
- uitkuiste — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitkuisen.
- uitpluist — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen.
- uitspruit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspruiten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspruiten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspruiten.
Zie deze lijst voor:
| |