|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van negen letters bevattend met I, L, R, 2T en Ualtruïste etterbuil fluistert klaart␣uit kluistert kortsluit levert␣uit mutileert pruttelig rafelt␣uit ritualist rugtitels sluit␣kort slurpt␣uit straal␣uit struikelt stuurlint titularis uitklaart uitlevert uitrafelt uitslurpt uitstraal utilitair vuilstort 54 definities gevonden- altruïste — n. Vrouw die helpt zonder eigen voordeel.
- etterbuil — n. (Medisch) zwelling die etter bevat. — n. (Scheldwoord) zeer onaangenaam persoon.
- fluistert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fluisteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fluisteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van fluisteren.
- klaart␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitklaren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitklaren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitklaren.
- kluistert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kluisteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kluisteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van kluisteren.
- kortsluit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kortsluiten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kortsluiten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kortsluiten.
- levert␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitleveren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitleveren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitleveren.
- mutileert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mutileren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mutileren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van mutileren.
- pruttelig — bijv. Mopperig, brommerig, knorrig.
- rafelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrafelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrafelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitrafelen.
- ritualist — n. Persoon die kennis heeft van rituelen en deze uitvoert. — n. Iemand met onwrikbare gewoontes. — n. Iemand die bepaalde handelingen alleen maar als ritueel uitvoert.
- rugtitels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord rugtitel.
- sluit␣kort — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van kortsluiten#gebiedende wijs…
- slurpt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslurpen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslurpen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitslurpen.
- straal␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstralen. — w. Gebiedende wijs van uitstralen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstralen.
- struikelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van struikelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van struikelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van struikelen.
- stuurlint — n. Zelfklevend lint, dat op het stuur van met name racefietsen wordt geplakt.
- titularis — n. Iemand met een bepaald ambt en daardoor de daarbij behorende… — n. Iemand die iets bezit. — n. Iemand die les geeft.
- uitklaart — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitklaren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitklaren.
- uitlevert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitleveren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitleveren.
- uitrafelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrafelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrafelen.
- uitslurpt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslurpen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslurpen.
- uitstraal — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstralen.
- utilitair — bijv. De nuttigheid betreffend, nut beogend.
- vuilstort — n. Plaats waar afval wordt gestort.
Zie deze lijst voor:
| |