|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 15 woorden van negen letters bevattend met I, 3T en 2Uattribuut buitte␣uit instituut Inuktitut muntte␣uit putten␣uit rustte␣uit stulpt␣uit stuurt␣uit uitbuitte uitmuntte uitputten uitrustte uitstulpt uitstuurt 27 definities gevonden- attribuut — n. Voorwerp, behorend bij iets anders. — n. (Taalkunde) bijvoeglijke bepaling, een woord of woordengroep… — n. Rekwisiet.
- buitte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitbuiten.
- instituut — n. (Maatschappij) instelling [1] voor onderzoek, onderwijs, verpleging e.d.
- Inuktitut — n. (Taal) taal gesproken door 14 000 mensen in Canada. — n. (Taal) taal gesproken door 54 800 mensen in Groenland en Denemarken. — n. (Taal) taal gesproken door 4 000 mensen in Canada.
- muntte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitmunten.
- putten␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitputten. — w. Meervoud verleden tijd van uitputten.
- rustte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitrusten.
- stulpt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstulpen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstulpen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitstulpen.
- stuurt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsturen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsturen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitsturen.
- uitbuitte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitbuiten.
- uitmuntte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitmunten.
- uitputten — w. Overgankelijk volledig leeghalen. — w. Overgankelijk alle energie opgebruiken.
- uitrustte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitrusten.
- uitstulpt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstulpen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstulpen.
- uitstuurt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsturen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsturen.
Zie deze lijst voor:
| |