|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van tien letters bevattend met 2I, N, P, S, T en Ubespuiting fornuispit inspuitend inspuiting instulping opiniestuk opsluiting pugilisten sliepen␣uit slijpen␣uit spinnen␣uit spitten␣uit springtuig springt␣uit spuiten␣uit stipendium uitsliepen uitslijpen uitsparing uitspinnen uitspitten uitspringt uitspuiten 38 definities gevonden- bespuiting — n. Het bespuiten.
- fornuispit — n. Een brander van een fornuis waarop men pannen en waterketels kan zetten.
- inspuitend — w. Onvoltooid deelwoord van inspuiten.
- inspuiting — n. Een vloeistof met kracht door een nauwe opening naar binnen brengen. — n. Met kracht door een nauwe opening naar binnen gebrachte vloeistof.
- instulping — n. Door instulpen gevormde holte.
- opiniestuk — n. (Media) artikel waarin een standpunt wordt bepleit.
- opsluiting — n. Het opsluiten. — n. (Bouwkunde) het vastzetten van een aantal verbonden delen van… — n. Afsluitende rand om bestratingen.
- pugilisten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pugilist.
- sliepen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitsliepen. — w. Meervoud verleden tijd van uitslapen.
- slijpen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitslijpen.
- spinnen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitspinnen.
- spitten␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitspitten. — w. Meervoud verleden tijd van uitspitten.
- springtuig — n. Een door mensen gemaakt voorwerp dat gemaakt is om te kunnen exploderen.
- springt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspringen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspringen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitspringen.
- spuiten␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitspuiten.
- stipendium — n. Een hoeveelheid geld voor een student, kunstenaar, wetenschapper… — n. Geld voor een priester om een mis op te dragen.
- uitsliepen — w. Overgankelijk uitschelden. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitslapen.
- uitslijpen — w. Door middel van slijpen een vorm ergens uit krijgen.
- uitsparing — n. Niet-gevulde (opengelaten) plek. — n. Besparing.
- uitspinnen — w. Overgankelijk een langdradig verhaal vertellen.
- uitspitten — w. (Landbouw) overgankelijk door te spitten eruit halen. — w. (Informeel) overgankelijk zeer gedetailleerd onderzoeken. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitspitten.
- uitspringt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspringen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspringen.
- uitspuiten — w. Overgankelijk door met kracht te spuiten iets schoonmaken of deblokkeren. — w. Overgankelijk een vloeistof wijd verspreid lozen. — w. Ergatief spuitend naar buiten treden.
Zie deze lijst voor:
| |