|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van tien letters bevattend met I, 2O, R, T, U en Vkom␣vooruit rij␣vooruit uitverkoop uitverkoos verkoop␣uit verkoos␣uit voorruiten voorruitje voorstudie voortuinen vooruitkom vooruitrij vooruitzag vooruitzet vooruitzie zag␣vooruit zet␣vooruit zie␣vooruit 30 definities gevonden- kom␣vooruit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitkomen. — w. Gebiedende wijs van vooruitkomen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitkomen.
- rij␣vooruit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitrijden. — w. Gebiedende wijs van vooruitrijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitrijden.
- uitverkoop — n. Een gelegenheid waarbij tegen gereduceerde prijzen de oude… — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitverkopen.
- uitverkoos — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitverkiezen.
- verkoop␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitverkopen. — w. Gebiedende wijs van uitverkopen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitverkopen.
- verkoos␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitverkiezen.
- voorruiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voorruit.
- voorruitje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord voorruit.
- voorstudie — n. Wat men eerst moet doen of weten voordat men aan een werk kan beginnen.
- voortuinen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voortuin.
- vooruitkom — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitkomen.
- vooruitrij — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- vooruitzag — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vooruitzien.
- vooruitzet — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitzetten.
- vooruitzie — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitzien. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs…
- zag␣vooruit — w. Enkelvoud verleden tijd van vooruitzien.
- zet␣vooruit — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitzetten#gebiedende…
- zie␣vooruit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitzien. — w. Gebiedende wijs van vooruitzien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitzien.
Zie deze lijst voor:
| |