Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van tien letters bevattend met I, O, S, 3T en UCO₂-uitstoot kotsten␣uit opstuitten poetste␣uit stoften␣uit stootte␣uit storten␣uit stortte␣uit strooit␣uit stroomt␣uit stuitten␣op tuitpotjes uitkotsten uitpoetste uitstoften uitstootje uitstootte uitstorten uitstortte uitstotend uitstoters uitstoting uitstrooit uitstroomt 31 definities gevonden- CO₂-uitstoot — n. (Milieukunde) de hoeveelheid CO₂ (kooldioxide) die wordt uitgestoten.
- kotsten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitkotsen.
- opstuitten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opstuiten.
- poetste␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitpoetsen.
- stoften␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitstoffen.
- stootte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitstoten.
- storten␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitstorten.
- stortte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitstorten.
- strooit␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstrooien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstrooien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitstrooien.
- stroomt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstromen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstromen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitstromen.
- stuitten␣op — w. Meervoud verleden tijd van opstuiten.
- tuitpotjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tuitpot.
- uitkotsten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitkotsen.
- uitpoetste — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitpoetsen.
- uitstoften — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitstoffen.
- uitstootje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uitstoot.
- uitstootte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitstoten.
- uitstorten — w. Materiaal door storten verspreiden over de ondergrond.
- uitstortte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitstorten.
- uitstotend — w. Onvoltooid deelwoord van uitstoten.
- uitstoters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitstoter.
- uitstoting — n. Het verwijderd worden (uit een groep of gemeenschap). — n. Datgene dat naar de omgeving wordt geloosd.
- uitstrooit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstrooien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstrooien.
- uitstroomt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstromen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstromen.
Zie deze lijst voor:
|