|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 16 woorden van tien letters bevattend met I, P, S, 3T en Uopstuitten poetste␣uit spatten␣uit spitten␣uit splitst␣uit stapten␣uit stuiptrekt stuitten␣op stulpte␣uit tuitpotjes uitpoetste uitspatten uitspitten uitsplitst uitstapten uitstulpte 26 definities gevonden- opstuitten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opstuiten.
- poetste␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitpoetsen.
- spatten␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitspatten. — w. Meervoud verleden tijd van uitspatten.
- spitten␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitspitten. — w. Meervoud verleden tijd van uitspitten.
- splitst␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsplitsen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsplitsen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitsplitsen.
- stapten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitstappen.
- stuiptrekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stuiptrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stuiptrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van stuiptrekken.
- stuitten␣op — w. Meervoud verleden tijd van opstuiten.
- stulpte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitstulpen.
- tuitpotjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tuitpot.
- uitpoetste — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitpoetsen.
- uitspatten — w. Onovergankelijk losbandig zijn, zichzelf te buiten gaan, boemelen… — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitspatten.
- uitspitten — w. (Landbouw) overgankelijk door te spitten eruit halen. — w. (Informeel) overgankelijk zeer gedetailleerd onderzoeken. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitspitten.
- uitsplitst — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsplitsen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsplitsen.
- uitstapten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitstappen.
- uitstulpte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitstulpen.
Zie deze lijst voor:
| |