|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van elf letters bevattend met 2I, N, P, S en 2Taidspatiënt antiseptica constipatie impotenties lippenstift penitenties peritonitis pestilentie piketdienst sliepten␣uit spintmijten spintmijtje spiritisten spitsvignet splitsen␣uit spruiten␣uit tijdstippen uitsliepten uitspatting uitspittend uitsplitsen uitspruiten uitspuitend uitstulping 25 definities gevonden- aidspatiënt — n. (Medisch) iemand die aids heeft.
- antiseptica — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord antisepticum.
- constipatie — n. (Medisch) verstopping, harde of uitblijvende ontlasting.
- impotenties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord impotentie.
- lippenstift — n. (Cosmetica) stift met zacht, meestal roodgekleurd materiaal… — n. (Cosmetica) zacht, meestal roodgekleurd materiaal dat op de…
- penitenties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord penitentie.
- peritonitis — n. (Medisch) buikvliesontsteking.
- pestilentie — n. (Medisch) pest of andere epidemische ziekte.
- piketdienst — n. Periode dat men beschikbaar moet zijn voor bepaalde werkzaamheden.
- sliepten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitsliepen.
- spintmijten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spintmijt.
- spintmijtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord spintmijt.
- spiritisten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spiritist.
- spitsvignet — n. (Verkeer) vignet op de autoruit dat de bestuurder het recht…
- splitsen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitsplitsen.
- spruiten␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitspruiten.
- tijdstippen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tijdstip.
- uitsliepten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitsliepen.
- uitspatting — n. Het uitspatten, buitensporig gedrag waarbij men zich te buiten gaat.
- uitspittend — w. Onvoltooid deelwoord van uitspitten.
- uitsplitsen — w. Verdelen in kleinere groepen op basis van bepaalde kenmerken.
- uitspruiten — w. Onovergankelijk als een spruit naar buiten, uit de grond komen.
- uitspuitend — w. Onvoltooid deelwoord van uitspuiten.
- uitstulping — n. Plek die uitgestulpt is.
Zie deze lijst voor:
| |