|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 17 woorden van elf letters bevattend met 2I, O, R, T, U en Vblik␣vooruit ging␣vooruit kijk␣vooruit liep␣vooruit overtuiging rijd␣vooruit snuitvormig uitsloverij vooruitblik vooruitging vooruitkijk vooruitliep vooruitrijd vooruitzien vooruitziet zien␣vooruit ziet␣vooruit 28 definities gevonden- blik␣vooruit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitblikken. — w. Gebiedende wijs van vooruitblikken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- ging␣vooruit — w. Enkelvoud verleden tijd van vooruitgaan.
- kijk␣vooruit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitkijken. — w. Gebiedende wijs van vooruitkijken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitkijken.
- liep␣vooruit — w. Enkelvoud verleden tijd van vooruitlopen.
- overtuiging — n. Een sterke mening of geloof. — n. Met overtuiging: krachtig, zelfverzekerd.
- rijd␣vooruit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitrijden. — w. Gebiedende wijs van vooruitrijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitrijden.
- snuitvormig — bijv. Vorm van een snuit hebbend.
- uitsloverij — n. Een inspanning die veel te groot is en die gedaan wordt om…
- vooruitblik — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- vooruitging — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vooruitgaan.
- vooruitkijk — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- vooruitliep — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vooruitlopen.
- vooruitrijd — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- vooruitzien — n. Naar het toekomstige kijken. — w. Inergatief naar het toekomstige kijken.
- vooruitziet — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitzien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitzien.
- zien␣vooruit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van vooruitzien.
- ziet␣vooruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitzien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitzien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooruitzien.
Zie deze lijst voor:
| |