|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met •••••• Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
U hebt de limiet van 7 letter bereikt. Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van negen letters bevattend met I, O, P, R, S, T en Ubruiste␣op duiksport kruispost luister␣op ontspruit opbruiste opluister pointeurs proestbui proest␣uit prostitué protrusie sprong␣uit sproot␣uit suikerpot uitlopers uitproest uitsprong uitsproot 25 definities gevonden- bruiste␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opbruisen.
- duiksport — n. (Sport) als tijdverdrijf langduriger en diep onder water verblijven…
- kruispost — n. (Boekhouding) een grootboekrekening waarop alle overboekingen geboekt worden.
- luister␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opluisteren. — w. Gebiedende wijs van opluisteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opluisteren.
- ontspruit — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van ontspruiten#gebiedende wijs…
- opbruiste — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opbruisen.
- opluister — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opluisteren.
- pointeurs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pointeur.
- proestbui — n. Een luide, plotselinge, halfonderdruke lachbui.
- proest␣uit — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van uitproesten#gebiedende wijs…
- prostitué — n. (Beroep) man die voor geld seksuele diensten aanbiedt. — n. (Beroep) persoon (zonder onderscheid naar man of vrouw) die…
- protrusie — n. (Medisch): uitpuiling, iets dat uitsteekt.
- sprong␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitspringen.
- sproot␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitspruiten.
- suikerpot — n. (Huishouden) een vaatje bedoeld om een voorraadje suiker op tafel te brengen.
- uitlopers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitloper.
- uitproest — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitproesten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitproesten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitproesten.
- uitsprong — n. (Bouwkunde) uitspringend gedeelte (lijst) bijv. op een gevel. — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitspringen.
- uitsproot — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitspruiten.
Zie deze lijst voor:
| |