|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 20 woorden van zeven letters bevattend met L, P, R, S en Uafslurp geslurp lasrups lepreus opsleur opslurp perslui pleuris plusser pulsars pulseer pylorus scrupel sleur␣op sluiper slurp␣af slurpen slurp␣op slurpte surplus 28 definities gevonden- afslurp — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslurpen.
- geslurp — n. Het telkens of aanhoudend slurpen.
- lasrups — n. (Techniek) (metallurgie) bobbelige strook materiaal die door…
- lepreus — bijv. Lijdend aan lepera.
- opsleur — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsleuren.
- opslurp — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opslurpen.
- perslui — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord persman.
- pleuris — n. (Medisch) borstvliesontsteking.
- plusser — n. Iemand die ouder is dan een daarvoor genoemde leeftijd.
- pulsars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pulsar.
- pulseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pulseren. — w. Gebiedende wijs van pulseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pulseren.
- pylorus — n. (Medisch) maaguitgang.
- scrupel — n. (Eenheid), (verouderd) een oude gewichtsmaat ter grootte van…
- sleur␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsleuren. — w. Gebiedende wijs van opsleuren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsleuren.
- sluiper — n. Iemand die sluipt, iets waarmee men kan sluipen.
- slurp␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslurpen. — w. Gebiedende wijs van afslurpen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslurpen.
- slurpen — w. Inergatief hoorbaar vloeistof tot zich nemen.
- slurp␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opslurpen. — w. Gebiedende wijs van opslurpen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opslurpen.
- slurpte — w. Enkelvoud verleden tijd van slurpen.
- surplus — n. Overschot, wat er meer is dan nodig is, wat er overblijft.
Zie deze lijst voor:
| |