|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van tien letters bevattend met L, 2M, O, R en Taanrommelt grommelpot immortelle lijmmortel lotnummers maalstroom molhamster mormeltjes motelkamer optrommelt rommelkast rommelt␣aan rommeltjes telecommer trommelaar trommelden trommelend trommelrem trommeltje trommelt␣op trommelvel 29 definities gevonden- aanrommelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrommelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrommelen.
- grommelpot — n. Een persoon die vaak boos en ontevreden is.
- immortelle — n. (Plantkunde) Helichrysum strobloem.
- lijmmortel — n. (Techniek) een mortel bestaande uit zandcement (heel fijn…
- lotnummers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord lotnummer.
- maalstroom — n. Een draaiende stroom. — n. Drukke onrustige en daardoor misschien ook gevaarlijke en angstaanjagende… — n. Draaistroom, draaikolk, werveling.
- molhamster — n. (Knaagdieren) Myospalax myospalax knaagdier uit de familie…
- mormeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord mormel.
- motelkamer — n. Gastenkamer in een motel die vaak een eigen ingang heeft naar parkeerplaats.
- optrommelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optrommelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optrommelen.
- rommelkast — n. Een kast waarin veel waardeloze spullen staan.
- rommelt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrommelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrommelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanrommelen.
- rommeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord rommel.
- telecommer — n. (Telecommunicatie) telecombedrijf.
- trommelaar — n. Iemand die een trommel bespeelt, trommelslager, tamboer.
- trommelden — w. Meervoud verleden tijd van trommelen.
- trommelend — w. Onvoltooid deelwoord van trommelen.
- trommelrem — n. (Techniek) een rem die door wrijving van halfcirkelvormige…
- trommeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord trommel.
- trommelt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optrommelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optrommelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van optrommelen.
- trommelvel — n. Het strakgespannen vel van een trommel dat geluid maakt als…
Zie deze lijst voor:
| |