Lijst met woorden van 7 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van zeven letters bevattend met 2N, T en Zinzaten inzendt inzingt inzinkt nazaten nazendt nazingt ontzien ontzind ontzink ontzonk stinzen tienzen trenzen zantend zantten zaten␣in zaten␣na zendt␣in zendt␣na zingt␣in zingt␣na zinkt␣in zonkant 43 definities gevonden- inzaten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van inzitten.
- inzendt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzenden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzenden.
- inzingt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzingen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzingen.
- inzinkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzinken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzinken.
- nazaten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord nazaat. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van nazitten.
- nazendt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nazenden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nazenden.
- nazingt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nazingen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nazingen.
- ontzien — w. Overgankelijk het iemand gemakkelijker maken dan die persoon…
- ontzind — bijv. Van het verstand beroofd.
- ontzink — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontzinken. — w. Gebiedende wijs van ontzinken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontzinken.
- ontzonk — w. Enkelvoud verleden tijd van ontzinken.
- stinzen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord stins.
- tienzen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tiens.
- trenzen — w. Overgankelijk een rand of oog van een stuk weefsel verstevigen… — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord trens.
- zantend — w. Onvoltooid deelwoord van zanten.
- zantten — w. Meervoud verleden tijd van zanten.
- zaten␣in — w. Meervoud verleden tijd van inzitten.
- zaten␣na — w. Meervoud verleden tijd van nazitten.
- zendt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzenden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzenden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inzenden.
- zendt␣na — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nazenden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nazenden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van nazenden.
- zingt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzingen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzingen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inzingen.
- zingt␣na — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nazingen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nazingen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van nazingen.
- zinkt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzinken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzinken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inzinken.
- zonkant — n. Kant waar de zon op schijnt.
Zie deze lijst voor:
|