Lijst met woorden van 8 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van acht letters bevattend met N, P, 2S en Tafsponst optassen pantsers passaten patisons patisson pensters PET-scans pressant puissant snapshot spantjes spietsen spinster spitsend spitsten splitsen sponsort sponst␣af sponsten spritsen Stephans stopsein tassen␣op 34 definities gevonden- afsponst — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsponsen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsponsen. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsponzen.
- optassen — w. Overgankelijk in een hoge stapel verzamelen. — w. Ditransitief (verouderd) iemand met iets zwaars belasten (zowel…
- pantsers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pantser.
- passaten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord passaat.
- patisons — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord patisson.
- patisson — n. (Voeding) (plantkunde) Cucurbita pepo kleine groen witte pompoen.
- pensters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord penster.
- PET-scans — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord PET-scan.
- pressant — bijv. Van iets dat het met de grootste spoed moet worden gedaan.
- puissant — bijv. In de verbinding ’puissant rijk’: machtig rijk.
- snapshot — n. Snelle momentopname van een bewegend of veranderend voorwerp.
- spantjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord spant.
- spietsen — w. Overgankelijk doorboren met een spies of ander puntig voorwerp. — w. Overgankelijk ter dood brengen door doorboring met een spiets. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord spiets.
- spinster — n. (Beroep) de vrouwelijke spinner.
- spitsend — w. Onvoltooid deelwoord van spitsen.
- spitsten — w. Meervoud verleden tijd van spitsen.
- splitsen — w. Wederkerend zich ~: in twee of meer delen uiteen gaan. — w. Overgankelijk iets ~: in twee of meer delen opdelen.
- sponsort — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sponsoren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sponsoren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van sponsoren.
- sponst␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsponsen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsponsen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afsponsen.
- sponsten — w. Meervoud verleden tijd van sponsen.
- spritsen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sprits.
- Stephans — eig. Genitief van Stephan.
- stopsein — n. Een teken dat men halt moet houden.
- tassen␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van optassen.
Zie deze lijst voor:
|