|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van tien letters bevattend met N, O, R, 2T en Zdoorzetten erop␣zitten onderzette ontzetters overzetten overzitten stortzeeën strontziek toonzetter troonzetel uitzondert verzoetten verzottend verzoutten voorzetten voorzitten zetten␣door zetten␣over zetten␣voor zette␣onder zitten␣voor zondert␣uit zorgwetten 36 definities gevonden- doorzetten — w. Volhouden, niet ophouden. — w. Erger worden. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van doorzetten.
- erop␣zitten — w. Klaar zijn met iets, voorbij zijn.
- onderzette — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van onderzetten.
- ontzetters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ontzetter.
- overzetten — w. Overgankelijk van de ene kant naar de andere brengen. — w. Overgankelijk (informatica) van het ene systeem naar het andere… — w. Vertalen.
- overzitten — n. Het overdoen van een leerjaar of cursus bij onvoldoende vordering.
- stortzeeën — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord stortzee.
- strontziek — bijv. (Informeel) erg lijdend onder een aandoening, heel misselijk. — bijv. (Figuurlijk) ergens meer dan genoeg van hebbend, iets niet langer duldend.
- toonzetter — n. (Muziek) (beroep) componist.
- troonzetel — n. De zetels van de troon.
- uitzondert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzonderen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzonderen.
- verzoetten — w. Meervoud verleden tijd van verzoeten.
- verzottend — w. Onvoltooid deelwoord van verzotten.
- verzoutten — w. Meervoud verleden tijd van verzouten.
- voorzetten — w. Eten of drinken opdienen. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord voorzet. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van voorzetten.
- voorzitten — w. Leiding geven aan een vergadering.
- zetten␣door — w. Meervoud tegenwoordige tijd van doorzetten. — w. Meervoud verleden tijd van doorzetten.
- zetten␣over — w. Meervoud tegenwoordige tijd van overzetten. — w. Meervoud verleden tijd van overzetten.
- zetten␣voor — w. Meervoud tegenwoordige tijd van voorzetten. — w. Meervoud verleden tijd van voorzetten.
- zette␣onder — w. Enkelvoud verleden tijd van onderzetten.
- zitten␣voor — w. Meervoud tegenwoordige tijd van voorzitten.
- zondert␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzonderen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzonderen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzonderen.
- zorgwetten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zorgwet.
Zie deze lijst voor:
| |