|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van zeven letters bevattend met O, P, 2T en Uautopet hutspot jutte␣op opjutte opstuit opstuwt optuigt optutte outputs potteus rootput stuit␣op stuwt␣op toppunt topstuk toupets tuigt␣op tuitpot tutte␣op typfout uitpoot utopist zoutpot 36 definities gevonden- autopet — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van autopetten#gebiedende wijs van autopetten.
- hutspot — n. (Voeding) stamppot van aardappelen en wortels (eventueel uien). — n. (Figuurlijk) het bij elkaar gooien van allerlei uiteenlopende zaken.
- jutte␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opjutten.
- opjutte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opjutten.
- opstuit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstuiten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstuiten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstuiten.
- opstuwt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstuwen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstuwen.
- optuigt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optuigen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optuigen.
- optutte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van optutten.
- outputs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord output.
- potteus — bijv. (Informeel) lesbisch.
- rootput — n. (Textielindustrie) put waarin met hennep of vlas laat fermenteren.
- stuit␣op — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van opstuiten#gebiedende wijs van opstuiten.
- stuwt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstuwen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstuwen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opstuwen.
- toppunt — n. Hoogste punt. — n. (Figuurlijk) beste, meest ontwikkelde zaak. — n. (Wiskunde) hoogste punt van een functie (extreem).
- topstuk — n. Bovenste deel van een gevel. — n. Meesterwerk in de kunst.
- toupets — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord toupet.
- tuigt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van optuigen.
- tuitpot — n. Een pot van aardewerk met een tuit. — n. Lieve tuitpot!: verwensing uit het Gronings.
- tutte␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van optutten.
- typfout — n. Typefout, tikfout, verkeerde letters aanslaan bij tikken het…
- uitpoot — n. Het uitpoten van pootgoed.
- utopist — n. Iemand die een (ogenschijnlijk) niet te verwezenlijken ideaal nastreeft.
- zoutpot — n. Een vat waarin men zout bewaart.
Zie deze lijst voor:
| |